TEVEEL ZIJN

 
mariska-staal-fototgrafie-42 (2).jpg
 
 

Heb je vroeger ook gehoord dat je té was. Dat je te druk, te emotioneel, te aanwezig, te lastig, te…noem maar op, was?

Al die keren dat je dat hoorde, maakte je jezelf een beetje kleiner. Paste je jezelf aan. Om de goedkeuring van je omgeving te behouden. Om geliefd te blijven en gezien te worden. Je past je aan, zodat je erbij hoort. Deels is dat overlevingsgedrag vanuit onze genen. Wanneer je in de oertijd niet bij de groep hoort, zijn je kansen om te overleven een stuk kleiner. Zeker als kind.

Het is niet de sterkste of de meest intelligente die overleeft, maar degene die zich het beste kan aanpassen.
— Darwin

Gewoontedier

Aanpassen betekend ook het vermogen om te veranderen. In de huidige tijd verandert onze omgeving op hoge snelheid. Met alle technologie zijn er dagelijks nieuwe mogelijkheden.

Hoe ga je daarmee om? Verzet je je tegen deze veranderingen? Hoe kijk je sowieso tegen veranderingen aan? Zie je ze als uitdaging of zie je ze als blokkade? Mag je veranderen van jezelf? Mag je veranderen van je omgeving?

Aanpassen kan ook té zijn. Jezelf té veel aanpassen zodat je jouw eigenheid verliest. Jouw leven is eigenlijk een aaneenschakeling van ingesleten patronen. Je bent een gewoontedier, we zijn allemaal gewoontedieren. Het veranderen van gewoontes is lastig. Jouw systeem raakt verward. Je stress nivo neemt toe. Je gaat je ongemakkelijk voelen. Je systeem wil vasthouden aan het oude. Aan het bekende. Hoe tegenstrijdig dat soms ook is. Je vind je zekerheid in situaties die bekend voor je zijn, ook al weet je dat ze niet goed voor je zijn. Je “weet wat je hebt”. Dit is vaak moeilijk om los te laten, zodat je iets nieuws en iets onbekends kunt proberen.

 

NEGATIEVE SPIRAAL

Jezelf kleiner maken, teveel aanpassen en de moeite die je hebt om uit je vertrouwde patronen te stappen, zorgt er vaak voor dat je niet het even leidt wat je graag zou willen. Het voelt alsof de handrem erop staat. Je zit vast. Klem. Geblokkeerd. Je stagneert. Dat geeft vervolgens frustratie en irritatie. En zo kom je in een negatieve spiraal. Je wordt boos op je omgeving. Op je partner, je kinderen, je collega’s , je werkgever, etc.

Omdat zij je het gevoel geven dat ze je niet zien, niet waarderen, niet zien welke moeite je doet. Je bent teleurgesteld en verdrietig. Zij zien niet wel “offer” jij brengt door je aan te passen. Je te schikken naar de groep. Opmerkingen die je slikt omdat je de ander niet wilt kwetsen. Ondertussen word je zelf wel gekwetst. En zo gaat de cirkel maar door.

De bron van verandering zit bij jezelf. Je kunt alleen jezelf veranderen. Niet de ander. Hoe graag je dat soms ook zou willen. Het enige gedrag wat je kunt veranderen, is het gedrag van jezelf.

Be the change you wish to see in the world.
— Mahatma Gandhi

STEL JEZELF EENS DEZE VRAGEN

Durf jij jouw ingesleten patronen los te laten?
Durf jij jouw handrem van je leven af te halen?
Durf jij de dingen te gaan doen die je diep van binnen zo graag wilt doen? Maar waarin je je steeds nog laat tegenhouden door de echo’s uit het verleden? Toen je in de ogen van anderen té was?
Blijf je jezelf klein houden, of pak je de regie terug over je leven? Je hebt maar één leven! Make it count!

Er zal altijd commentaar zijn. Wanneer je het niet doet en wanneer je het wel doet.
Welke keuze maak je?